Nieuwsoverzicht
HASSELT — Om elkaar te steunen in deze zware tijd klonk zaterdagmiddag 28 maart 2020 in Hasselt overal het stedenlied. Ook hadden veel mensen de vlag uitgestoken. Het stadje aan het Zwartewater is met vijf overledenen door corona en 28 vastgestelde besmettingen hard getroffen. Zeker als je bedenkt dat er maar 7000 mensen wonen.
Om 12 uur klonk het eigen stedenlied over de stad. Vanuit achtertuinen werd luidkeels meegezongen. Beiaardier Martien van de Knijff is onder de indruk: “Ik mag hier al dertig jaar in de toren zitten, maar zoiets bijzonders heb ik nog nooit meegemaakt.” Het concert op de kerktoren werd afgesloten met een reeks geestelijke muziek, ook hier put een groot deel van de bevolking troost uit. Nadat de laatste klanken van “Als g’in nood gezeten” over de stad galmden klonk er beneden applaus.
Carillons vertolken al eeuwenlang de gevoelens en emoties van burgers, zowel bij vreugde als bij verdriet en rouw. “Het carillon is de stem van de stad “ volgens beiaardier Auke de Boer. “Sinds 1525 klinkt in Groningen onafgebroken het carillon, die traditie zet ik graag voort. In deze tijd speelt Auke vooral troostmuziek: delen uit de Matthäus Passion van Bach maar ook Ede Staal: “Het het nog nooit zo donker west”.
Daarnaast zal Auke door Groningers ingediende verzoeknummers spelen. Auke is niet de enige beiaardier die dit doet. Ook de inwoners van Dordrecht konden verzoeknummers indienen bij Boudewijn Zwart voor de bespeling op zaterdag 28 maart. “Ik hoop dat het een beetje zonneschijn in het hart van iedereen brengt”, aldus Boudewijn. Ook In het door de coronacrisis zwaar getroffen Brabant werden verzoeknummers gespeeld. In Den Bosch klonk op 25 maart vanaf de Sint Janstoren “Het onze Vader”. Dit gebed is niet onopgemerkt gebleven.
Juist nu zo veel mensen aan huis gekluisterd zijn komt het carillon bij je thuis. De Nederlandse beiaardiers hopen dat de klanken van het carillon een gevoel van verbondenheid zullen teweegbrengen en enige troost kunnen bieden.
Zet je raam open, zet je deur en zet je hart open!
DEN HAAG — Al eeuwen lang zijn carillons symbolen van vrede en welvaart. Sinds de 16de eeuw vertolken de “zingende torens” als muziekinstrumenten van de openbare ruimte de gevoelens en emoties van burgers. Bij verdriet en vreugde speelde het carillon een passende melodie. De dichteres Ida Gerhardt heeft in het gedicht Carillon uit 1941 deze emoties en gedeelde ervaring, tijdens de Tweede Wereldoorlog, op haar eigen wijze vertolkt.
In de afgelopen 100 jaar zijn er meer dan dertig oorlogsmonumenten en vredesbeiaarden in verschillende delen van de wereld gebouwd. Sinds 30 november 2017 zijn deze beiaarden verenigd in het “Network of War Memorial and Peace Carillons (WMPC)”.
Het WMPC heeft als doelstellingen:
1. het levend houden van de herinnering aan de duizenden mannen en vrouwen die worden herdacht door oorlogsmonumenten en vredesbeiaarden;
2. het eren van de initiatiefnemers van deze beiaarden en van de personen die ze door de jaren heen hebben onderhouden en gespeeld;
3. het promoten van het vredesidee.
Na de Eerste Wereldoorlog werden wereldwijd veel vredesklokken en carillons gegoten/gebouwd o.a. in Heiligerlee. Ook na de Tweede Wereldoorlog werden nieuwe carillons voor oorlogsmonumenten opgericht. In Nederland staan de volgende vredesbeiaarden: Amsterdam Slotermeer, Arnhem Eusebius toren, Bergen Ruïne kerk, Doesburg Sint Martinuskerk, Meppel Grote Kerk, Oosterbeek Stadhuis, Waalre Provinciaal Herdenkingsmonument, Willemsstad Curaçao Carillon de Vier Koningskinderen. En natuurlijk niet te vergeten het carillon van het Vredespaleis dat in 20013 ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van het Vredespaleis werd voltooid.
Dit jaar wordt in grote delen van de wereld het einde van de Tweede Wereldoorlog, precies 75 jaar geleden, herdacht. Voor deze gelegenheid biedt het WMPC aan beiaardiers de bundel ‘Peace Music for Carillon’ aan. De bundel bevat arrangementen en fantasieën, gebaseerd op muziek die verband houdt met vrede en herdenking. Aan deze uitgave werd meegewerkt door dertien beiaardiers die herdenkings- of vredesbeiaarden in zeven landen bespelen.
Wilt u deze uitgave bekijken klik dan hier.
DE RIJP — Een half jaar na de ingebruikname ging ik naar De Rijp om daar het nieuwe carillon te leren kennen. Beiaardier Christiaan Winter vertelde hoe het project tot stand is gekomen en wat het instrument zo bijzonder maakt.
Christiaan, jij hebt jaren geleden het initiatief genomen om in deze toren een carillon te plaatsen. Hoe is dat sindsdien gegaan?
‘Ik werd in 2009 beiaardier van Alkmaar. Eind 2012 hoorde ik dat de gemeenten Alkmaar, Schermer en Graft-De Rijp zouden worden samengevoegd. Toen ben ik in het late najaar met de auto rond gaan kijken welke klokken er voortaan binnen mijn bedieningsgebied zouden vallen. Ik trof toen deze prachtige kerk met toren in De Rijp aan. Later las ik dat deze toren ooit een carillon heeft gehad dat bij een grote brand in 1654 verloren is gegaan. Ik heb het idee voor een nieuw carillon ingebracht bij de gemeenteraad van Graft-De Rijp, dat tot 1 januari 2015 een zelfstandige gemeente was met ongeveer 5000 inwoners. Het idee werd unaniem omarmd en ik werd in contact gebracht met iemand, die er wel wat in zag een comité te vergaren. Dat ging voorspoedig en al gauw zaten er invloedrijke en betrokken personen in het comité.
Vanaf dat moment heb ik mij wat teruggetrokken uit de organisatie. Uit drie offertes werd Simon Laudy gekozen, wat spannend was, want een compleet carillon had Simon nog nooit gebouwd. Op 1 april 2017 werd voor de toren de eerste en grootste klok gegoten. De bedoeling was ’s avonds om acht uur, maar het werd vanzelf middernacht toen de laatste druppel brons in de vorm verdween. De mensen erom heen bleven, het plein stond vol! De grootste klok – met de namen van Simon Laudy (foto onder) en Gideon Bodden erop - is geschonken door de Gemeente Alkmaar.’
Wie is bij dit project als adviseur opgetreden?
‘Officieel ben ik dat, maar ik had wel, zeker in het begin, de steun van een senior als Arie Abbenes nodig. Ik herinner me nog hoe hij zijn hoofd door het luik stak, het uurwerk zag en meteen zei: “O, hier had een trommel moeten komen!” terwijl de ruimte tussen het uurwerk en het slagwerk mij niet eens was opgevallen.
Ik heb me bezig gehouden met de opstelling van de klokken en de toonhoogte. De bestaande luidklok F1 kon worden aangesloten als lage G.
Er was natuurlijk ook een Comité van Aanbeveling met daarin de Commissaris van de – toen nog - Koningin van Noord-Holland, de burgemeester van De Rijp, en als beiaardier Bernard Winsemius, die de klokken heeft (goed)gekeurd.
Daarna hebben de klokken nog een tijdje in een pianoklavier-opstelling in de kerk gestaan. Soms was ik aanwezig om er provisorisch een liedje op te spelen, zodat het publiek de klokken kon horen en zien vóór ze de toren in werden gehesen. Dat ging met een grote kraan buitenom, door een gat in het dak dat nèt groot genoeg was om de grootste klok rechtstandig door te laten zakken. De logistiek, welke klok eerst, was nog een hele puzzel. Voor de bedrading hebben we gekozen voor gevlochten staaldraad.
Het doorhangen wordt voorkomen door veren aan beide einden. Omdat het een 17de-eeuwse toren is mocht er niet geschroefd of geboord worden en dat maakte de constructie er niet eenvoudiger op.
Het is een 3,5 octaafs spel geworden. Het klavier staat boven het carillon en er was geen ruimte om nog meer tractuur naar beneden te leiden. Bovendien is het een licht spel en er is geen directe noodzaak voor nog hogere tonen. Deze opstelling vraagt wel om een andere toets-klepelverbinding. Normaal hangt een toets via-via aan de klepel maar hier trekt de toets aan een draad die van beneden komt. De toets is als balans uitgevoerd en aan de voorkant twee keer zo lang als aan de achterkant.
Bij de laagste tonen is de toets verstevigd om doorbuigen te voorkomen. Ondanks de omleiding en de nodige hulpveren speelt het klavier licht, zelfs wat te licht.’
Ondertussen wordt ons gesprek onderbroken door de pneumatische automaat waar ik het lied ‘Chante encore dans la nuit’ meen te horen maar Christiaan verzekert me dat dat het Rijper volkslied is: ‘Tussen wijde polders ...’
Ik ken deze automaat niet, waar komt die vandaan?
‘De elektronica komt uit Italië maar voor de pneumatiek heeft Simon zelf alle onderdelen bij elkaar gezocht en in elkaar gezet. Zo heeft hij ook een eigen systeem bedacht om de bank in hoogte te verstellen: je draait aan een wiel dat een ketting aandrijft. Die ketting activeert op zijn beurt 4 tandwielen onder de hoeken van de bank die tevens schroeven zijn.’
Wat was het aandeel van Gideon Bodden in het project?
‘Gideon heeft het profiel van de klokken ontworpen. Het is dus een ‘Bodden-profiel’, speciaal ontworpen voor De Rijp. Het profiel is vrij dik om ook de kleine klokken buiten goed hoorbaar te kunnen laten klinken vanuit de gesloten ruimte in de lage toren. Gideon beschikt over een werkplaats in Toldijk, in de Achterhoek, waar hij de klokken heeft gestemd. Het is een licht carillon maar de klank is sonoor en rond en ik heb het gevoel dat het een toon lager klinkt dan je zou verwachten terwijl het echt al een hele toon lager staat! Je kunt hier goed dynamische verschillen laten horen, mooi voor romantisch repertoire. Omdat het een 3,5 octaafs spel is heb ik nog over de Waalrese variant gedacht maar uiteindelijk toch voor de gewone verhouding gekozen. Op de lage G na zijn alle pedaaltoetsen met het manuaal verbonden.’
Hoe heeft de bevolking gereageerd op dit plotseling verschenen muzikaal fenomeen?
‘Het overgrote deel vind het prachtig maar enkele bewoners in de omgeving klagen over de automaat en de bespeling op zaterdag. Daar hebben we een vergadering over belegd, en besloten dat we een tijdje zo door gaan en daarna zien we wel of de klachten blijven komen. Het is vaak een kwestie van gewennen. De voorslagen houden we kort en in de wintermaanden speel ik wat minder vaak.’
Hoe kijk jij terug op dit hele project?
‘Het hele gebeuren heeft zo’n 7 jaar geduurd en ik heb er ontzettend veel van geleerd. En niet alleen van de bouw van een carillon en de problemen die je tegenkomt. Je moet overal heel goed over nadenken, maar samen met de klokkengieter kwamen we er steeds uit. Onze samenwerking was bijzonder plezierig.
Een ander aspect is het hele sociale gebeuren er omheen: het werken met zo’n carilloncomité en het functioneren in een dorpsgemeenschap, wat ik niet gewend ben ... Dingen die op straat besloten worden, op excursie naar Baarn en Vleuten en iedereen uit het dorp mocht gratis mee, een verzamelaar van touringcars werd gecharterd met het vooruitzicht dat hij dan verder niets hoefde te betalen aan het carillon. Ook het intakelen werd gedaan door een plaatselijk bedrijf dat wel met zijn allernieuwste kraan op RTV Noord-Holland wilde verschijnen!
Ik ben uitermate tevreden over dit carillon!’
En zo ontstond het Opus Magnum van Simon Laudy waar hij terecht trots op kan zijn. Tot nu toe heeft hij luidklokken en kleine reeksen carillonklokken gegoten en dit is zijn eerste volledige carillon. Ook het ijzerwerk van de inrichting, het klavier en de bank heeft hij allemaal zelf gelast.
Het houten klaviermeubel is door orgelbouwer Mense Ruiter gemaakt. Alles zit met pen-en-gatverbindingen inelkaar, alleen waar het ijzeren raamwerk voor de toets-geleiding is geplaatst houden een paar gesmede nagels de zaak bijelkaar.
Christiaan bedacht op verzoek van het comité het volgende opschrift dat op de Es-klok (toets F) verscheen:
Geliefd publiek
Van klokmuziek
Zolang gemist
Ontvang mijn dank
In bronzen klank!
Uw klokkenist
CW
Dick Klomp
TURNHOUT (B) — Op zaterdag 1 februari 2020 werd de Visser Neerlandia Prijs door het Algemeen Nederlands Verbond uitgereikt aan Mathieu Daniël Polak voor zijn compositie en project Chag Sameach. Het Algemeen Nederlands Verbond, heeft als doelstelling de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen op ieder gebied te bevorderen en reikt ieder jaar de Visser-Neerlandiaprijzen uit. De culturele prijs is voor personen of organisaties die zich inzetten voor de cultuur der Nederlanden of de Nederlandse taal waar ook ter wereld.
In 2019 presenteerde Mathieu Daniël Polak een muziekboek getiteld Chag Sameach (Hebreeuws voor 'Fijne Feestdag') met composities en arrangementen van eigen hand, gebaseerd op traditionele joodse feestdagen en muziek.
Op dinsdag 7 mei 2019 verzorgde beiaardier Boudewijn Zwart een première concert op het carillon van de Westertoren in Amsterdam. Die dag werd ook het eerste exemplaar van het boek officieel uitgereikt. Gedurende het jaar waren er verschillende concerten rondom joodse feestdagen, afsluiting van het project vond plaats op het Joodse Nieuwjaar dat begon op 28 september 2019 met een uitvoering van de suite op het carillon van Woerden door Henk Verhoef. Die dag werd er ook een lezing over Joodse muziek op carillon georganiseerd.
De prijsuitreiking vond plaats in Turnhout en werd voorafgegaan worden door een beiaardconcert op het carillon van de Sint Pieterstoren.
In 2019 maakten beiaardiers volop gebruik van de nieuwe technologie zoals internet en Social Media, YouTube, Instagram en mobiele telefoon om in verbinding te komen met hun luisteraars. Het kan ook anders, met verrekijker en grote nummer borden. Hoe??
Dat kunt u vinden als u klikt op deze link. Deze opname is gemaakt door Klokhuis, het jeugdprogramma van de NTR, en op 12 december 2019 uitgezonden op NTR2.
GENT (B) — Op zaterdag 30 november is in Museum STAM te Gent de handelseditie van de promotie van Luc Rombouts gepresenteerd. Het boek 'De oorsprong van de beiaard. Voorlopers, ontstaan en ontwikkeling tot 1530' verschijnt in de serie Historische Monografieën Vlaanderen, en is tot stand gekomen door samenwerking tussen een aantal Vlaamse (culturele) instellingen, het Museum Klok en Peel en de Singing Bronze Foundation (Asten).
Het boek is meer historisch dan musicologisch van aard. De beiaard komt voort uit enkele pre-muzikale klokgebruiken, die functioneel waren in de organisatie van de middeleeuwse stad. In de middeleeuwen vervulden de torenklokken de rol van het huidige internet, namelijk het geven van signalen door luidklokken en het aangeven van de tijd door de uur-klok en haar voorslag.
Verder is de beiaard een product dat wellicht enkel kon ontstaan in het Vlaanderen en Brabant van de late middeleeuwen. In die tijd een ware “melting pot” van economische welstand, technologische innovatie, hang naar luxe en een bloeiende muziekcultuur. De beiaard is het eerste muziekinstrument van de publieke ruimte. Daardoor is de geschiedenis van de beiaard nauw verstrengeld met de ontwikkeling van lokale samenlevingen, hun waarden en ideologische voorkeuren.
Het nieuwe boek past in de boekenkast van iedereen die in de beiaardcultuur geïnteresseerd is. Te bestellen via de website van de uitgever en de website van Beiaard Centrum Nederland. De prijs bedraagt 30 euro plus verzendkosten. ISBN 9789492944818 (hardcover, 372 pagina's, 52 illustraties).