Nieuwsoverzicht
GOEDEREEDE — Afgelopen zaterdag, 30 juni 2018, werd in Goedereede gevierd dat het carillon zijn veertigste verjaardag vierde. De herdenking begon met een bijeenkomst in de toren met toespraken en overhandiging van een gedenkboek.
Daarna had wethouder Peter Feller de eer het Tweede Beiaardboek van Goedereede ter hand te mogen stellen aan Leo Samama, secretaris van die andere jubilaris: de 100-jarige Nederlandse Klokkenspel-Vereniging. Feller roemde stadsbeiaardier Jan Bezuijen om zijn toewijding en om de grote hoeveelheid werk die hij aan dit boek besteed heeft. Ook vertelde hij dat alle beiaardiers een exemplaar thuisgestuurd hebben gekregen. Aansluitend gaf Jan Bezuijen een beiaardconcert in samenwerking met een koperkwintet. Lees voor het complete verhaal (ook over de kleurrijke lotgevallen van toren en klokken) het artikel uit het blad Groot Goeree-Overflakkee: klik hier.
ZWOLLE — Naar aanleiding van het komende beiaardconcours op 6 juli had ik op 22 mei 2018 in Dalfsen een gesprek met twee bestuursleden van de Zwolse Beiaard Stichting: Peter Hesseling (voorzitter) en Alex Manassen (lid) die in samenwerking met de Kamper Beiaardkring de wedstrijd georganiseerd hebben.
‘De deelnemers zijn geselecteerd op hun speelkwaliteiten én op hun programmering voor twee torens’
Hoe lang bestaat de Zwolse Beiaard Stichting?
Peter: In 1985 vindt een aantal enthousiastelingen dat er wat meer moet gebeuren met de beiaard. Er wordt een Stichting opgericht met een groot aantal bestuursleden die één keer per maand gezellig vergaderen in een soort Literair Café. De stadsbeiaardier Leon van der Eijk neemt op een gegeven moment het voortouw tot het vormen van een nieuw, kleiner, slagvaardiger bestuur. Dankzij de jaarlijks toegekende gemeentelijke steun beginnen de zomeravondconcerten van de grond te komen. De stadsbeiaardier speelt twee keer per week en bovendien zo’n 10 keer per jaar bij evenementen. Ook verzorgt hij educatieve vorming en het versteken per computer.
Hoe zijn jullie in het bestuur beland?
Peter: Toen ik als manager bij de Gemeente Zwolle kwam werken was er net een reorganisatie (bijna) afgerond. Bij de ‘restjes’ zat de stadsbeiaardier. Via mijn vrouw, die musicus is, kwam ik in contact met Jacques Maassen, de toenmalige directeur van de Beiaardschool in Amersfoort. Ik liet mij door hem uitgebreid over klokken en carillons informeren. Mijn eigen muzikale interesse gaat uit naar Alfred Schnittke, die vaak buisklokken in zijn muziek verwerkt.
Toen ik na zes jaar een andere functie kreeg bij de gemeente nam ik mijn ‘hobby’, de stadsbeiaardier, mee die daarmee onder mijn hoede bleef.
Alex: Het begon met de aanstelling van Roy Kroezen. Peter moest een jury samenstellen en ging te rade bij Jacques Maassen. Peter wilde er een Zwolse musicus bij en op advies van Maassen werd ik ‘gevonden’. In 2015 was ik, omdat ik docent compositie ben, jurylid bij het compositieconcours in Zwolle. Na een brainstorm met diverse Zwolse instanties over bestuurlijke vernieuwing ben ik in het (nieuwe) bestuur gevraagd.
Ik had altijd al belangstelling voor klok-achtige geluiden. Ik schreef ‘Lamento voor de Hanzesteden’ voor de Carillonmarathon 1994: een boottocht met carillonliefhebbers die op Hemelvaartsdag van Doesburg naar Kampen voerde.
Wat hebben jullie zoal bereikt en wat zijn de plannen?
Peter: In 2004 werd de Peperbus gerestaureerd en dat was een mooie gelegenheid om met steun van de bevolking en de Rabobank een nieuw klavier en 4 nieuwe klokken aan het carillon toe te voegen. Door slim gebruik te maken van het beschikbare budget konden de klokken en het klavier in de toren gehesen worden.
Als Roy Kroezen in 2005 stadsbeiaardier Leon van der Eijk opvolgt neemt hij het initiatief om de aangetroffen ‘bak roest’, wat een oude speeltrommel bleek te zijn, te restaureren. Die was reeds geruime tijd geleden vervangen door een automatisch speelwerk. Ook een kist met pinnetjes (de z.g. ‘nootjes’) blijkt nog aanwezig te zijn en nu staat er weer een glanzende, gerestaureerde speeltrommel die echter (nog) niet op het carillon is aangesloten.
In september 2018 vindt de Zwolse Beiaardmaand plaats. Dan gaan we echt op een andere tour: er komt onder meer een reizende beiaard en we combineren beiaard met brassband, big band, accordeon of elektronica. Dat is nieuw en spannend voor ons. Ook zoeken we aansluiting bij bestaande evenementen zoals de Open Monumentendag.
Hoe staat het met het concours van 6 juli?
Alex: In samenwerking met Frans Haagen, de stadsbeiaardier van Kampen, zijn alle belangrijke voorbereidingen nu getroffen. We hebben een internationale jury met Arie Abbenes (voorzitter), Bernard Winsemius, Ellen Dickenson, Frans Haagen en Koen Cosaert.
Zij konden uit alle aanmeldingen 5 finalisten selecteren: Jonathan Lehrer (VS), Jasper Stam (NL, Tommy van Doorn (NL), Toru Takao (JP) en Vincent Hensen (NL). Deze selectie volgde uit hun speelkwaliteiten en programmakeuze. Het bijzondere van dit concours is dat het over twee locaties verspreid is: Zwolle en Kampen. Beide torens hebben heel verschillende beiaarden.
Het verplichte werk dat in Zwolle gespeeld wordt is van Leo Samama: ‘Centenary Bells’ dat hij schreef in opdracht van de Nederlandse Klokkenspel Vereniging die dit jaar zijn eeuwfeest viert. In Kampen mogen bewerkingen, maar in Zwolle uitsluitend originele beiaardcomposities gespeeld worden.
En er zijn mooie prijzen te winnen!
Hebben jullie ook educatieve projecten?
Alex: Op dit moment niet. Maar we hebben wel goede ideeën. Er moeten veiligheidsaanpassingen gedaan worden op de toren voor we daar mee verder kunnen gaan. Er zijn goede contacten met de educatieve dienst van het Centrum voor Kunstzinnige Vorming. We geven een lesbrief uit, er is een mobiel oefenklavier in restauratie dat in klaslokalen te gebruiken is.
Elien Van den Broeck (15 jaar!) gaat behalve een concert ook een masterclass geven voor leeftijdsgenoten.
We hebben in 2015 contact gehad met de compositieklas van het Zwolse Conservatorium om op de toren informatie over het instrument te geven. Het geeft een kick om een vaak gehoord maar onbekend instrument aan te kunnen raken. In september hopen we de eerste resultaten te horen van wat studenten tijdens de Nationale Workshop voor Componisten hebben bereikt. Het is belangrijk dat een oud instrument op een hedendaagse manier gebruikt wordt. Voor werken in combinatie met andere instrumenten, van luit of mandoline tot elektronica, is tot op zekere hoogte budget.
Ons zorgpunt is: hoe houden we het carillon actueel. Dat moet o.a. komen door het contact met jongeren en met de makers. De meeste beiaardmuziek wordt nog gecomponeerd door beiaardiers, zoals de meeste gitaarmuziek door gitaristen, meestal niet erg vernieuwend..
Hoe kijken jullie aan tegen de NKV?
Peter: Het organiseren van concerten moet je lokaal houden.
Het stimuleren van componisten om te schrijven,
het waarborgen van een goede kwaliteit van de beiaardiersopleiding,
het bewaken van het erfgoed,
zorgen dat de auteursrechten goed geregeld zijn en
het publiceren van de concertagenda,
daar zie ik een rol voor de NKV. En dat doen ze wel aardig geloof ik.
Jullie zitten in een actief bestuur..
Zeker, en we hebben nog vééél meer plannen!
Dick Klomp
Foto: Bestuursleden Peter Hesseling en Alex Manassen
MAASTRICHT — Hoe kan klinkend erfgoed weer verbinden? Oude klanken herontdekken; een zoektocht naar nieuwe ervaringen. Op vrijdag 31 augustus vindt in Maastricht het Symposium Klinkend Erfgoed plaats. U bent hiervoor van harte uitgenodigd. Tijdens dit symposium gaan we in op de vraag welke vernieuwingen nodig zijn om ook een ander en jonger publiek te bereiken. Er worden voorbeelden besproken hoe klinkend erfgoed aan nieuwe waarden, gebruiken en culturen kan worden verbonden.
Carillons, orgels, uurwerken en luidklokken waren ooit innovatieve instrumenten die het publiek eeuwenlang ontroerden en informeerden. Met muziek, met de aanduiding van de tijd en met meldingen over brand, een begrafenis of een huwelijk. Veel van die functies zijn verloren gegaan, waarmee ook de instrumenten zelf dreigen te verdwijnen. Nieuw gebruik en nieuwe vormen van eigendom kunnen het klinkend erfgoed toekomst bieden.
De bijeenkomst vindt plaats als start van het 5-daagse Festival Klinkend Erfgoed in Maastricht van 31 augustus tot en met 5 september, met een groot aantal muzikale en innovatieve onderdelen om iedereen te betrekken bij het klinkend erfgoed. In de stad klinken een rijdend carillon en het grootste draaiorgel van het Museum Speelklok, een luidklokkenestafette en klassieke en moderne Euregio-orgelmuziek.
Dit symposium en het festival worden georganiseerd door de Stichting Klinkend Erfgoed Nederland (SKEN) in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en met medewerking van de Nederlandse Klokkenspel-Vereniging (NKV), en de Vlaamse organisaties Het orgel in Vlaanderen en het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC).
DEN HAAG — Op donderdag 31 mei 2018 werd in de Historische Leeszaal van het Vredespaleis in Den Haag het door drs. Heleen van der Weel geschreven boek “François en Pieter Hemony, Stadsklokken- en geschut gieters in de Gouden Eeuw” gepresenteerd. Van der Weel studeerde geschiedenis, was jarenlang stadsbeiaardier van Den Haag, en bespeelt nog regelmatig de beiaard van het Vredespaleis.
De broers François en Pieter Hemony stamden uit een bronsgietersfamilie in de Franse streek Lotharingen. Zij kregen rond 1642 van het Zutphense stadsbestuur opdracht een welluidend klokkenspel te gieten. Hun toreninstrumenten en luidklokken blonken uit door toen ongeëvenaarde toonzuiverheid. Hun faam verspreidde zich snel en maar liefst vijftig stads- en kloosterbesturen schaften hun klokkenspellen aan.
Ze werkten tot 1680 afwisselend in Zutphen, Amsterdam en Gent. Saillant detail: tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, van 1665 tot 1667, hadden de Hemony's het zo druk met het vervaardigen van kanonnen voor de oorlogsschepen, dat ze aan het maken van klokken niet toekwamen…
Op basis van een uitgebreide studie van bronnenmateriaal uit verschillende steden laat Heleen van der Weel zien dat de gebroeders zeer succesvol waren en een groot vermogen opbouwden. De tweede generatie kon hierdoor in welstand leven zonder een beroep uit te oefenen. Met de derde generatie stierf het geslacht Hemony echter uit: Pieter had geen kinderen en de zoon van François had geen interesse in het gietersvak.
Naast de beschrijving van de technische aspecten van het klokgieten, gaat dit boek ook in op ‘de mens achter de klokken’. Het verhaal over de twee tot nog toe weinig bestudeerde erflaters wordt geplaatst in de sociale, culturele en religieuze context van de 17de eeuw.
Het fraaie boek is uitgegeven door Verloren in Hilversum, telt 416 pagina’s met 170 prachtige kleurenillustraties en is in de boekhandel verkrijgbaar: ISBN 978 90 8704 680 4.
AMSTERDAM — Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden opent vrijdagochtend 15 juni in het Koninklijk Paleis Amsterdam de tentoonstelling ‘Uitgelicht. Verhalen uit het Stadspaleis’.
Het Koninklijk Paleis – tot 1808 het stadhuis van Amsterdam – staat al 370 jaar in het hart van Amsterdam. Architect Jacob van Campen ontwierp een gebouw dat de grote macht en rijkdom weerspiegelde van Amsterdam in de zeventiende eeuw.
De tentoonstelling presenteert een aantal ongebruikelijke hoofdrolspelers uit de geschiedenis van het gebouw. De bezoeker ontdekt in vijf verhalen hoe onbekende mensen een onuitwisbaar stempel op het gebouw aan de Dam achterlieten. Zo wordt beschreven (1) wie de bronzen klokken voor de toren goot, (2) wie het dak van de Burgerzaal ontwierp, (3) wie de kroonluchters voor het Paleis leverde, (4) wie het carillon bespeelde, en (5) wie zaten opgesloten in de cellen van het oude stadhuis.
Twee van de vijf aspecten die worden uitgelicht hebben dus een directe relatie met de beiaard: Jacob Vincent als beiaardier en François Hemony als klokkengieter.
De beiaard van Hemony in de toren van het paleis klinkt al honderden jaren over de stad. Ruim 50 jaar lang was die toren het domein van Jacob Vincent, op 1 maart 1900 aangesteld als paleisbeiaardier door Koningin Wilhelmina. Elke maandagmiddag gaf hij een concert. Tot op hoge leeftijd beklom Vincent de toren, ruim 40 meter boven de Dam. Op 28 april 1952 gaf hij - 84 jaar oud - zijn laatste concert.
François Hemony goot niet alleen in 1664 de beiaard, maar ook de zes bronzen beelden voor de gevels van het gebouw. Vooral het Atlasbeeld, met de hemelglobe op zijn schouders, spreekt zeer tot de verbeelding.
De tentoonstelling kan worden bezichtigd van 16 juni t/m 16 september. Voor het kopen van een toegangskaartje en meer informatie, zie: website van het Koninklijk Paleis
UTRECHT — Op maandag 2 juli vind de presentatie plaats van Jacob van Eycks Der Fluyten Lust-hof in bewerking voor beiaard door Arie Abbenes. Jacob van Eyck werd in 1625 beiaardier van de Domtoren. Daarnaast vermaakte hij voorbijgangers met zijn blokfluitspel vanaf het Janskerkhof. Zijn blokfluitmuziek gaf hij uit in Der Fluyten Lust-hof; voor de beiaard is echter geen muziek van hem bekend. Wat zou hij hebben gespeeld op de carillons van de Domtoren, de Janskerk, de Jacobikerk en het stadhuis?
Arie Abbenes, voormalig stadsbeiaardier van Utrecht, heeft op verzoek van de huidige stadsbeiaardier Malgosia Fiebig een aantal blokfluitcomposities van Van Eyck voor beiaard bewerkt. In deze Van Eyck-beiaardbundel staat een bonte verzameling van bekende en minder bekende liedjes, fantasieën en psalmen. Hiermee wordt het voor beiaardiers over de hele wereld een stuk eenvoudiger om de muziek van Van Eyck uit te voeren!
Op 2 juli begint om 20.00 u. vanaf de Domtoren het openingsconcert van het zomeravondbeiaardseizoen van de Utrechtse Klokkenspel Vereniging. Componist Jorrit Tamminga geeft zijn visie op het repertoire van Jacob van Eyck en stadsbeiaardier Malgosia Fiebig en blokfluitist Erik Bosgraaf spelen stukken uit Der Fluyten Lust-hof. De luisterplaats voor dit concert is Flora’s Hof, Servetstraat 5.
Na afloop vindt de boekpresentatie plaats voor genodigden in de Michaelskapel in de Domtoren. Vanaf 3 juli is het boek te koop bij Beiaardcentrum Nederland.