Een beiaard is een kostbaar instrument. Van duizenden kilo's brons moet de klokkengieter een reeks zuiver gestemde klokken gieten. Eenmaal aangebracht in de toren hangt het carillon in weer en wind. Het mechaniek tussen het klavier en de klepels vergt regelmatig onderhoud. Wanneer die zorg achterwege blijft, gaan veel historische beiaarden tekenen van verval vertonen. Aan het eind van de negentiende eeuw zijn sommige instrumenten nauwelijks meer bespeelbaar. Hier en daar worden ze zelfs uit de toren verwijderd.
Maar juist dan gaan er ook steeds meer stemmen op die aandacht vragen voor het klokkenspel dat langzaam dreigt te verdwijnen. Wanneer Jef Denyn, de stadsbeiaardier van Mechelen, een aantal technische verbeteringen in zijn instrument aanbrengt, waardoor ook de muzikale mogelijkheden aanzienlijk worden uitgebreid, zijn de voorwaarden geschapen voor een herleving van de beiaardkunst.
In woord en geschrift wordt nu door diegenen, die gegrepen zijn door de idealen en het spel van Denyn, bewuste propaganda gemaakt. Nederlanders en Vlamingen vinden elkaar in de oprichting van de 'Algemeene Klokkenspelvereeniging' op 20 juni 1918.
Artikel: Tachtig jaar spelregels (1918-1998)
De hoge idealen van de oprichters blijken uit het in de Statuten genoemde doel: 'het wekken van belangstelling en het in eere herstellen van het klokkenklavierspel als kunstuiting van den tijdgeest en gemeenschapszin in Nederland'. Daartoe moesten de instrumenten verbeterd worden, adviezen worden gegeven aan de gemeentebesturen over de inrichting daarvan, een betere opleiding voor beiaardiers worden gestart, bijzondere concerten en wedstrijden voor beiaardiers worden georganiseerd en componisten worden gestimuleerd muziek speciaal voor de beiaard te schrijven.
Omdat het in België juridisch niet mogelijk blijkt toestemming te krijgen voor een vereniging die zijn zetel in Nederland heeft, wordt in 1927 de naam veranderd van 'Algemeene' in 'Nederlandsche Klokkenspel-Vereeniging'. Veel doelstellingen weet men al in de eerste decennia van het bestaan te bereiken: diverse beiaarden worden gerenoveerd en wel twintig nieuwe geïnstalleerd. Nieuwe muziek wordt uitgegeven, wedstrijden en congressen gehouden en er verschijnt een periodiek.
Artikel: 1918-1983: de NKV 65 jaar
De Tweede Wereldoorlog brengt een terugslag. Duizenden klokken worden gevorderd en verschillende torens gaan, met hun beiaard, in het oorlogsgeweld ten onder. De NKV wordt verboden, het in beslag genomen archief verdwijnt voor een groot gedeelte zonder een spoor achter te laten.
Artikel: Een jubileum dat niet werd gevierd - De NKV in oorlogstijd
Kort na de bevrijding in 1945 wordt de draad echter weer opgenomen, waarna verrassend snel een periode van herstel aanbreekt, die vanaf de zestiger jaren uitmondt in een ongekende bloei. Er worden tientallen nieuwe beiaarden gegoten door Nederlandse klokkengieters en aan de in 1953 opgerichte Nederlandse Beiaardschool krijgen beiaardiers een professionele opleiding.
Artikel: Herrijzend Nederland - De NKV in de jaren 1945-1950
Vanaf zijn oprichting heeft de NKV nauwe banden onderhouden met het buitenland. De vereniging behoorde in 1974 dan ook tot de oprichters van de Beiaard Wereld Federatie, een organisatie waarbij beiaardverenigingen uit veertien landen zijn aangesloten.
Artikel: Een ruimer horizon: 68 jaar internationale samenwerking
De geschiedenis van de vereniging sedert 1945 is uitgebreid beschreven in het boekwerk '45 Years of Dutch carillons 1945-1990', dat onder redactie van Loek Boogert, André Lehr en Jacques Maassen in 1990 verscheen. Talloze bijzonderheden zijn voor de onderzoeker nog te vinden in het archief van de NKV, dat is ondergebracht in het Nationaal Beiaardmuseum te Asten.
Artikel: Oud papier of collecief geheugen?
Sinds de oprichting in 1918 hebben velen zich als lid van het bestuur ingezet voor de vereniging en de verwezenlijking van haar doelen. De volgende lijst verschaft een overzicht. Opgemerkt wordt dat over de periode 1934-1943 geen betrouwbare gegevens bekend zijn.
Overzicht: Bestuursleden sedert 1918