DELDEN - Op maandag 8 januari 2018 overleed, op de leeftijd van 87 jaar, organist, beiaardier en dirigent Willem Mesdag. Hij werd in het Groningse Uithuizermeeden geboren op 13 augustus 1930. De dankdienst voor zijn leven vond op 12 januari plaats in de Oude Blasiuskerk in Delden. Daarna is hij op de Algemene Begraafplaats ter ruste gelegd bij zijn vrouw Geertruide Schuurman, die reeds in 1997 overleed.
Willem Mesdag studeerde in Utrecht orgel bij Stoffel van Viegen, piano bij Wolfgang Wijdeveld, koordirectie bij Kees van Baaren, en later in Amersfoort beiaard bij Leen ’t Hart. Zijn muzikale loopbaan startte in Enkhuizen, waar hij jarenlang organist en beiaardier was. In 1965 werd hij stadsbeiaardier van Enschede, cantor-organist van de Grote kerk in die stad, en tevens docent orgel aan het Twents Conservatorium. Hij heeft tijdens zijn leven ook vele koren gedirigeerd, waaronder het Drienerloos Vocaal Ensemble van de Universiteit Twente en het Oratoriumkoor Hosanna uit Rijssen.
In 1987 verhuisde hij naar Delden waar hij organist van de Oude Blasiuskerk werd. Op zijn initiatief werd een cantorij opgericht voor het uitvoeren van met name Bach-kantates. Hij bleef tien jaar lang organist en cantor van deze kerk.
Mesdag componeerde diverse melodieën voor kerkliederen die in het Liedboek der Kerken werden opgenomen. In opdracht van de Stichting De Twentse Beiaard schreef hij drie korte stukken voor koor en beiaard: “Laet sangh en spel”, “Het Lof van Liefde”, en “Het Carillon”. Dit laatste werk betreft een sfeervolle toonzetting van het bekende gelijknamige gedicht van Ida Gerhardt.
|