Wie de beiaardcultuur in ons land al wat langere tijd aandachtig volgt, merkt dat deze lang niet overal floreert.
De laatste tijd worden we regelmatig geconfronteerd met ontwikkelingen, die erop duiden dat de beiaardcultuur onder druk staat en in sommige plaatsen zelfs op dood spoor terecht is gekomen.
Gelukkig heeft het wegbezuinigen van marktbespelingen, concertseries en beiaardiersfuncties nog geen echt verontrustende vormen aangenomen, maar er is zeker reden tot verhoogde waakzaamheid.
Het Nationaal Beiaardmuseum kampt met teruglopende bezoekersaantallen, de Nederlandse Beiaardschool lijkt af te stevenen op een existentieel probleem en de rol van de Nederlandse Klokkenspel-Vereniging marginaliseert. Maar ook op lokaal niveau voltrekken zich bedreigende ontwikkelingen.
Het aantal marktbespelingen ligt in Nederland gemiddeld op één per week, maar vertoont plaatselijk grote verschillen. Een blik op de website van de NKV levert wat dat betreft leerzame informatie op. Op de meeste plaatsen wordt eens per week gespeeld en in een aantal plaatsen 2 tot zelfs 4 maal (Delft, Amersfoort), maar er zijn ook tal plaatsen waar slechts 1 of 2 maal per maand wordt gespeeld, of alleen op onregelmatige tijdstippen en soms helemaal nooit.
Wanneer een beiaard niet minimaal éénmaal per week wordt bespeeld, vormen de marktbespelingen geen herkenbaar moment in het wekelijkse gebeuren meer. Ze leveren dan geen noemenswaardige bijdrage aan de lokale sfeer en schieten tekort, juist op het punt dat door velen als de belangrijkste functie van de beiaard wordt gezien.
De meeste beiaardiers beschouwen niet de marktbespelingen, maar de zomeravondconcerten als graadmeter voor de beiaardcultuur.
Ten onrechte naar mijn mening, want ze trekken vaak maar een handjevol bezoekers en genieten bij het grote publiek nauwelijks bekendheid en waardering. Wie de concertagenda bestudeert, zal bovendien merken dat op meer dan de helft van de Nederlandse beiaarden nooit een concert plaats vindt. De 'impact' van concerten op de status van de beiaard is dan ook veel geringer dan in de beiaardwereld wordt verondersteld. Een blik op de gespeelde concertprogramma's levert soms een onthutsend beeld op. Vaak bevatten ze een ratjetoe van beiaardcomposities, arrangementen en populaire deuntjes, die zich nauwelijks onderscheidt van het programma van een gemiddelde marktbespeling en de naam 'concertprogramma' niet verdient. Illustratief voor een gebrek aan professionalisme en muzikale smaak, acht ik ook het zonder schroom uitvoeren van hetzelfde programma op beiaarden met zeer uiteenlopende kwaliteiten.
Ronduit verbazingwekkend is ook de onderwaardering in beiaardkringen voor het automatische spel.
Het zijn juist de elk kwartier terugkerende riedeltjes van de automaat die in belangrijke mate bijdragen aan de lokale sfeer. Niet zonder reden leveren juist deze zoveel reacties op van de zijde van het publiek. De programmering van de automaat behoort dan ook zeker zoveel aandacht te krijgen als de samenstelling van een concertprogramma.
In beiaardkringen wordt vaak wat gerichtschattend gesproken over de automatische klokkenspelletjes die soms jarenlang dezelfde bij aankoop meegeleverde melodietjes voortbrengen.
Men vergeet dan echter dat in Nederland meer dan 150 torens of andere bouwwerken met dergelijke automatische klokkenspelen zijn uitgerust en dat deze in niet geringe mate het imago van het klokkenspel bepalen. Het automatische klokkenspel en de daarmee voortgebrachte muziek verdienen daarom meer aandacht en waardering.
In diverse plaatsen zijn of worden discussies gevoerd over het verminderen van het aantal bespelingen of concerten of het niet meer aanstellen van een nieuwe beiaardier. Veelal betreft het plaatsen waar de zittende titularis er niet in is geslaagd om bij het publiek of bij zijn principaal voldoende enthousiasme te wekken voor zijn instrument en zijn spel.
Steeds duidelijker blijkt dat het plichtmatig vervullen van de wekelijkse speelbeurten ontoereikend is om de interesse voor de beiaard op peil te houden. Daar waar de belangstelling verflauwt, zal men door het genereren van vernieuwende ideeën en door optredens met een hoge attentiewaarde het tij moeten zien te keren. Dat is zeker geen geringe opgave en ook geen taak die een beiaardier in zijn eentje kan vervullen, al zal hij daarvoor wel de nodige animo moeten opbrengen. Niets is immers zo fnuikend voor de beiaardcultuur als het wegglijden in routine en het verliezen van de ambitie om voortdurend vernieuwend en aandachttrekkend bezig te zijn.
Daar waar wel sprake is van een levendige beiaardcultuur, zien we bijna altijd een actief lokaal beiaardcomité dat nauw samenwerkt met de beiaardier. Steeds opnieuw blijkt een dergelijke samenwerking van vitaal belang om een bedreigde beiaardcultuur in stand te houden. Een plaatselijk comité biedt de beiaardier de ruimte om zich te concentreren op de zaken waar hij het beste voor is toegerust, namelijk de artistieke kanten van het vak. Het bedrijven van de PR, de inrichting van een luisterplaats, het ontvangen van het publiek, het organiseren van de nazit, het begeleiden van excursies en al die andere zaken die de beiaardcultuur aantrekkelijk moeten maken voor het publiek, kan hij dan overlaten aan zijn 'grondpersoneel', de leden van het plaatselijke beiaardcomité.
Niet zelden zijn het ook deze comité's die de middelen bijeenbrengen voor beiaarduitbreidingen en restauraties, of zelfs een eigen beiaardier contracteren, in gevallen waar de overheid daartoe geen bereidheid meer toont.
Momenteel zijn ruim 50 plaatselijke beiaardcomité's als buitengewoon lid bij de Nederlandse Klokkenspel-Vereniging aangesloten. Ze vormen de 'backbone' van de Nederlandse beiaardcultuur en verdienen het daarom om eens extra in de schijnwerpers te worden gezet.
Het feit dat in meer dan 2/3 van het aantal plaatsen met een beiaard een dergelijk comité nog moet worden opgericht, maakt duidelijk dat er voor de NKV en de daarbij aangesloten beiaardiers nog een belangrijke werkterrein ligt te wachten.
|