RESTAURATIE / UITBREIDING BEIAARD ZWOLLE |
|
De nieuwe eeuw was nauwelijks aangebroken of in 2001 bleek dat de toren van de OLV-basiliek in Zwolle gebreken vertoonde die een restauratie noodzakelijk maakten. Om de gemeente te vrijwaren voor een invasie van schade-advocaten die namens talloze, door vallend gesteente getroffen Zwollenaren een claim zouden indienen, besloot men in allerijl een hekwerk te plaatsen om het publiek op een afstand te houden, en de toren in de steigers te zetten.
Leon van der Eijk _____________________________________________________ |
Het was onbevoegden niet langer toegestaan de toren te beklimmen, maar de beiaard bleef spelen en in de jaren 2001 en 2002 konden zelfs de zomeravondconcerten doorgang vinden. Daarna werd het stil rondom de Peperbus. En nu, in het jubeljaar 2005 zal de beiaard weer van zich doen horen.
Het is thans 75 jaar geleden dat op 15 januari 1930 de Rotterdamse beiaardier Ferdinand Timmermans het blinkend nieuwe carillon voor het eerst over Zwolle deed klinken.
Met uitzondering van twee reeds aanwezige klokken werd de beiaard gegoten door Taylor en betaald met de rente op het kapitaal dat beschikbaar was voor de bouw van de IJsselbrug. De omvang van het instrument werd bepaald op drieëneenhalf octaaf.
Hoezeer de 'oude' IJsselbrug en het Zwolse carillon met elkaar verbonden zijn, blijkt uit de teksten op enkele klokken:
|
Het klokkenspel waarvan ik deel uitmaak klonk voor het eerst over Zwolle op den dag der openstelling van de brug
|
En op het kleinste Taylor-klokje: |
Ook ik klink uit verheugenis Dat d'IJsselbrug er eindelijk is
|
Ook de plaatselijke pers wees op die verbintenis, zoals blijkt uit het slot van een artikel in de Zwolsche Courant van 14 januari 1930: "Het is een goede gedachte geweest de schenking van het carillon te verbinden met de bouw van de brug en deze zingende stemmen het eerst te doen hooren op dezen dag. Moge daarmee een nieuwe tijd voor onze stad worden ingeluid."
De Zwolse beiaard gold als een van de best geslaagde instrumenten in Nederland en heeft die faam tot op heden behouden. Slechts de omvang werd op den duur als een obstakel ervaren, een onvolkomenheid die in 1978 werd gecorrigeerd door Petit & Fritsen met de uitbreiding tot vier octaven.
Verder uitbreiden van het carillon bleef beperkt tot plannen in een bureaulade ten stadhuize, totdat in 2001 de noodzakelijke restauratie van de toren zich aandiende. Dit was de kans om de bes0, es1, cis5 en d5 aan de beiaard toe te voegen, maar ook om een deel van de tractuur te vernieuwen, een reeks kleine klokjes een andere plaats te geven, nieuwe, zwaardere klepels in de luidklokken c1, f1, a1 en g1 aan te brengen en een nieuw stokkenklavier te plaatsen.
De keuze viel op 'het klavier van de toekomst', beïnvloed door Oldenbeuving en Strauss, aangeduid met "standaard 2000" of zelfs "wereldstandaard". Kortom een combinatie van de Europese en Amerikaanse standaard. Op 1 november 2004 kregen de door Eijsbouts gegoten klokken hun plaats in de Zwolse toren.
|
Klok en Klepel nr. 90 | Maart 2005 | © NKV |