Men neme een mooi uitgevallen, goed klinkende Schimmel-vleugel, plaatse daar een goed gevuld vat met grote muzikaliteit naast. Dit tafereel takele men naar een plek hoog in een toren waar 47 klokken boven een Eijsbouts-klavier hangen te wachten op restauratie. Vervolgens stelt men zich daar een goedlachse, charmante jonge vrouw bij voor, sjouwend met een zware tas die tot aan de rand gevuld is met muziek, CD's en ambitie. Tien tegen één dat we ons ergens bevinden in de omgeving van Rosemarie Seuntiëns, de rondtrekkende beiaardambassadrice uit het Zuiden, ooit geboren onder de klokken van Asten en vervolgens nooit meer onder invloed van die klokken uitgekomen. Maar laten we gewoon bij het begin beginnen.
Henk Lemckert _______________________________________________________ |
Een afspraak met Rosemarie maken is nog niet zo simpel. Ze blijkt zelden met een breiwerkje in haar hand naast de telefoon te zitten en is zelfs via de e-mail niet onbelemmerd benaderbaar voor het verlenen van toestemming voor een bij deze rubriek toch noodzakelijke audiëntie. Als die echter eenmaal verleend is, blijkt die weifeling niets met onwelwillendheid of drukte, maar wél met bescheidenheid te maken te hebben.
Ze is niet de enige in dit vak die wél graag als muzikant gezien wil worden doch zich tegelijkertijd wat geneert voor de lawaaierigheid die soms onderdeel is van de noodzakelijke muzikale promotie. Met die tweestrijd zat ze in ieder geval bij het uitkomen van haar CD met de titel Roaming Bells, een beslist ontraditionele presentatie van de (reizende) beiaard waarop ze met behulp van een geluidsband op virtuoze manier muziek van Bach, Saint-Saëns maar ook Duke Elington in de tracks geslepen heeft. Een CD waarmee ze heel bewust een nieuwe categorie luisteraars probeert te winnen voor de charmes van de beiaard, een poging die, naar het zich laat aanzien, goed lijkt te gaan lukken.
Het begon dus allemaal in Asten waar ze bij de klanken van Arie Abbenes' spel onder de indruk raakte van de klokken. Toch was het de piano waarop ze zich richtte bij het ontwikkelen van haar muzikaliteit. In Tilburg studeerde ze in 1991 aan het Brabants Conservatoirium af als Docerend Musicus Piano waarna ze haar passie voor de beiaard omzette in een studie aan de Nederlandse Beiaardschool bij Arie Abbenes.
De studie in Amersfoort werd binnen de kortst mogelijk tijd beloond met het Diploma Uitvoerend Musicus. Intussen was ze in Helmond reeds tot beiaardier van de St. Lambertustoren benoemd en later zou daar nog zo'n functie in Venray op volgen. Op zeker moment werd ze ook vervanger in Eindhoven op de kloeke Philips-beiaard in de toren van de Stadskerk St. Cathrien.
De piano doet ondertussen nog behoorlijk mee in haar leven. Op haar vleugel thuis bereidt ze zich gedegen voor op haar taak als repetitor/begeleider van een aantal koren die zich met het 'grote' werk bezighouden. Oratoria van Bach, Mozart en Brahms hebben allemaal op haar lessenaar gestaan. De uitvoeringen die hierop volgen, brengen haar vaak ver weg de grens over.
Een heel ander soort muziek komt om de hoek kijken als zij met Hu'hum op stap is. Hu'hum is een gezelschap van twee tenoren dat, met Rosemarie aan de piano, zich hoofdzakelijk met Italiaanse operafrag-menten bezighoudt.
De beide mannen gedragen zich niet als cabaretiers, noch als komedianten, maar zien niettemin kans door hun mimiek en karikaturen tijdens het zingen binnen no time een zaal plat te krijgen.
Natuurlijk heeft ze nog wel een wensenlijstje. Zoals de restauratie van haar beiaard in Helmond, binnenkort uit te voeren door de Koninklijke Eijsbouts. Een andere ophanging van de klokken en een geavanceerder tractuur, samen met een gloednieuwe Es-klok moeten daar weer voor hernieuwd speelplezier gaan zorgen.
Voorts sluimert het verlangen naar de uitbreiding van haar taak als beiaardier. Van twee bespelingen per week en wat vervangingen kan zelfs een beiaardier met slanke taille niet leven. Een flinke beiaard erbij, liefst met een aantal bespelingen per week, zou prima passen binnen haar toekomstplaatje.
Daarnaast is het voor haar een uitdaging om met de reizende beiaard en met behulp van een geprepareerde geluidsband naar het publiek tóe te komen in plaats van het publiek rond de tochtige toren te ontvangen. Natuurlijk zou ze bij voorkeur 'live' samenspelen met echte muzikanten, liefst met een compleet orkest. Om financiële redenen is ze echter voorlopig nog op de elektronica aangewezen.
Intussen zijn we de 142 treden van de Lambertustoren opgeklommen. Eenmaal in de beiaardkamer aangekomen verontschuldigt Rosemarie zich voor het feit dat ze aan stofzuigen nog niet toe gekomen was. Deze vrouwelijke bekentenis lijkt in contrast met haar haast mannelijke daadkracht als ze direct daarna achter het klavier klautert om er met Astense potentie een carnavalsschlager door de galmgaten heen te jagen. Even later vertrouwt ze met grote precisie en technische betrouwbaar-heid een Passacaglia van Johann K.F. Fischer aan de klokken toe.
Tussen de nummers geeft zij al babbelend aan dat ondanks haar vooruitstrevende ideeën iedere bespeling door haar voor ongeveer de helft uit 'serieuze' muziek bestaat. Al haar progressiviteit ten spijt wil ze de traditionele beiaardmuziek de aandacht geven die deze verdient. Ze ziet niet op tegen een uurtje Abba of Hazes maar weigert haar muzikale wortels te verloochenen door al het schoons uit eerdere tijd over te slaan.
Het zou een uitspraak kunnen zijn van haar mentor Abbenes, die ze tot op de dag van vandaag als één van de meest ijverige en veelzijdige beiaardiers van Nederland beschouwt.
Rosemarie vat haar bedoelingen bondig samen als we even later onder de Helmondse toren ons aan een Brabants biertje laven. "Eén ding is zeker," zegt ze, en haar ogen lichten, tijdens het moment dat ze de woorden uitspreekt, extra op, "overdag in de toren om de klokken te bespelen en 's avonds theateroptredens met volle zalen. Die afwisseling, dat houdt je scherp. Dit contrast maakt het leven inspirerend en spannend."
Wat moet een eenvoudige scribent aan zo'n uitspraak nog toevoegen? Iemand als Rosemarie hoef je zelfs geen succes meer toe te wensen.
Rosemarie heeft het al.
|