Het was de beiaardiers ditmaal vergund met stralend weer het Brabantse landschap binnen te rijden. Asten lag er zonovergoten bij en veerde op door de belangstelling van zoveel muzikanten. De rijdende beiaard van Eijsbouts was van stal gehaald en het gazon opgereden, dus klonken er al vroeg klokkenklanken rond het Nationaal Beiaardmuseum, de plek waar de dag een aanvang nam. Sjoerd Tamminga speelde Schumann-bewerkingen, muziek die ondanks de soms wat sombere titels - 'Nun hast du mir den ersten Schmerz getan! - zeer plezierig klonk.
Zodra het ruime aantal klokken in het museum luidruchtig aangaf dat het daarvoor tijd was, werd het museum betreden om welkom te worden geheten door de ontvangende partijen. Loco-burgemeester mevrouw Van de Ven gaf - niet gehinderd door enige kennis van het vak - spontaan haar visie op de Nederlandse beiaardiersstand in het algemeen en op die van Asten in het bijzonder. Enig chauvinisme was haar daarbij niet vreemd, doch werd haar vanwege haar ontwapenend voorkomen ogenblikkelijk vergeven.
De hierop volgende rondleiding door het museum was zonder meer indrukwekkend. In een prachtige ambiance valt hier alles te zien wat binnen de campanologie ook maar enigszins het bekijken waard is. Heldere aanduidingen, didactisch opgezette presentaties en veel interactieve snufjes maken dit museum tot een weldaad voor iedereen die ook maar een beetje in klokken geïnteresseerd is. Onmogelijk om in je op te nemen tijdens zo'n korte excursie, des te meer een prima reisdoel voor een leerzame dag tijdens de komende zomer.
Intussen had Jorrit Tamminga samen met zijn vader zijn versterkers en luidsprekers buiten opgesteld. In de kaart gespeeld door het prachtige weer brachten zij in het gras twee composities voor beiaard en elektronica van Jorrit ten gehore. 'Morphosis' en 'Inside Out' bleken twee scheppingen waarbij de typische beiaardklank deels gemanipuleerd en deels afgewisseld werd met klanksporen. Vader en zoon hadden meer met dit elektronische bijltje gehakt en wekten de indruk het metier goed te beheersen. Voor de argeloze luisteraar blijft het niettemin lastig om deze zeer bijzondere manier van muziek maken een plekje te geven.
De lunch in het museum werd dan wel niet (zoals aangekondigd) op plankjes geserveerd, maar smaakte niettemin voortreffelijk. Uit de gesprekken onderling viel op te maken dat er op zo'n dag relatief veel beiaardliefhebbers rondlopen, muziekvrienden die een meer dan normale belangstelling voor de beiaard tonen zonder het instrument zelf te bespelen. Later op de dag zou een lans worden gebroken om met name dit type leden wat meer bij de vereniging te betrekken.
Nog voor de laatste koffie goed en wel was genuttigd, wachtte een toelichting op de demonstratie van de grote-tertsbeiaard door dr. André Lehr, het onomstreden geweten van campanologisch Nederland. Door ervaring wijs geworden, beleed hij reeds bij voorbaat niet de illusie te hebben dat hij alle aanwezigen met de klanken van dit instrument zou strelen. Wetenschappelijke aandriften echter waren de oorzaak van de geboorte van dit instrument dat als automaat klonk in een aantal brave versteekjes van Henry Groen. De etiquette onder beiaardiers verplicht om bij het horen van dit soort klokken een stuurs gezicht te zetten en nors naar elkaar op te merken dat het geluid niet fraai is, waarmee geen recht wordt gedaan aan de inventiviteit van hen die aan zo'n project gewerkt hebben.
In een wat krap bemeten zaaltje, schuin tegenover het museum, troffen we achter de tafel een opmerkelijk ontspannen bestuur aan dat zich relaxed door een negental verplichte nummers heen werkte. Het is aan de secretaris van de NKV om deze bijeenkomst voor het nageslacht op papier te zetten. Wij noteren hier slechts de neiging van het bestuur om de hakken in het zand te blijven zetten toen het ging om de eeuwige kwestie rondom het advieswerk. Nadat inmiddels het onderwerp met allerlei trendy kretologie (evaluatie, totalisatie, inventarisatie) was toegedekt, bleef men op het mirakel hopen dat er ooit nog advies door de NKV zal worden verstrekt. Verder signaleerden we de opmerkelijke gewoonte dat leden die een appeltje met elkaar te schillen hebben zo'n vergadering aangrijpen om datgene wat eigenlijk zo snel mogelijk vergeten zou moeten worden, juist nadrukkelijk te laten notuleren. Na een vurig pleidooi van oud-voorzitter De Wolf om meer leden te werven, waaruit zich nog een hele discussie ontspon, trok het gezelschap naar de toren van de Maria Presentatiekerk waar het duo Abbenes en Van Wely zich (vanwege het overlijden van Prinses Juliana) een aangepast programma liet horen. We ontkwamen niet aan de indruk het nieuwe werk van Ron Ford al eens eerder gehoord te hebben, wat onmogelijk was, omdat de inkt van deze compositie nog nat bleek te zijn. Misschien lijkt al deze muziek gewoon een beetje op elkaar.
Bij het nuttigen van de borrel in restaurant 'in 't Eeuwig Leven' (presentje van Koninklijke Eijsbouts) deed de spaarzaam toebedeelde ruimte ons het ergste vrezen voor het hiernamaals. Het bier was er echter uitstekend en dat maakte weer veel goed. Een select aantal aanwezigen heeft hierna in dezelfde ruimte het diner genuttigd.
De Nederlandse Klokkenspel-Vereniging heeft in Asten, samen met het Nationaal Beiaardmuseum, een goed verzorgde dag neergezet waarop de leden naar ik hoop met genoegen zullen terugzien. Geholpen door prettige weersomstandigheden heeft Asten vast bij velen een prima indruk achtergelaten. Zeker een plek om nog eens terug te komen.
|