DIRK S. DONKER 40 JAAR BEIAARDIER / ORGANIST  Terug

Op 23 juni van dit jaar viert de in Sneek geboren en getogen beiaardier en organist Dirk S. Donker het feit dat hij 40 jaar geleden, in 1963, werd benoemd tot stadsbeiaardier van Sneek en in dat jaar tevens begon met het organiseren van een jaarlijkse serie concerten op het orgel van de Grote of Martinikerk. Aanleiding om terug te blikken op de carrière van deze zowel in beiaard- als in orgelkringen vermaarde Friese musicus.


Foeke de Wolf __________________________________________________________
Dirk S. Donker werd op 3 januari 1941 geboren in Sneek, de stad waar 40 jaar geleden zijn indrukwekkende carrière als beiaardier en organist een aanvang nam.
Van jongs af aan wilde Dirk organist worden en al op jeugdige leeftijd werden hem de eerste beginselen van het muziekvak en het orgelspel bijgebracht door de Sneker organist en muziekpedagoog Y.S. Rusticus. Later zou hij zijn orgelstudie vervolgen bij Piet Post en Stoffel van Viegen.
Dirk's ouders waren niet erg opgetogen over zijn toekomstplannen, immers het orgelspel zorgde in de jaren zestig niet voor een dik belegde boterham en moest daarom als regel met een "echt" vak worden gecombineerd.

Toen Dirk medio 1962 de militaire dienst verliet, zocht de toenmalige Sneker stadsbeiaardier Flucie van Bergen, die met gezondheidsproblemen kampte, een opvolger. Dirk, die de combinatie organist en beiaardier wel zag zitten, meldde zich aan en bleek de enige gegadigde voor deze functie. Zo goed en zo kwaad als het ging, werkte hij zich in op een oud 2-octaafs oefenklavier en al in november 1962 nam hij de wekelijkse bespelingen van de Martinibeiaard over.
Op 1 januari 1963, vlak voor zijn 22ste verjaardag, werd hij officieel tot stadsbeiaardier van Sneek benoemd en daarmee was hij toen waarschijnlijk de jongste stadsbeiaardier in ons land. Flucie van Bergen overleed in februari 1963 en in juli van dat jaar volgde Dirk hem ook op in Joure.

In datzelfde jaar startte Dirk met de organisatie van een jaarlijkse serie orgelconcerten op het oorspronkelijk door Arp Schnittger gebouwde orgel van de Sneker Martinikerk en schreef hij zich in als student aan de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort waar Leen 't Hart, Peter Bakker, Charles Kuit en André Lehr zijn docenten waren.
In 1968 slaagde Dirk cum laude voor het eindexamen aan de NBS en in 1971 behaalde hij, als eerste beiaardier ter wereld, de Prix d'Excellence voor beiaard.

Ook op andere plaatsen in het Noorden van het land bleven zijn kwaliteiten niet onopgemerkt. In 1966 werd Dirk in Dokkum als stadsbeiaardier aangesteld en in 1969 volgde de eervolle benoeming tot stadsbeiaardier van Groningen. Later volgden nog benoemingen in Leeuwarden (1972) en in Emmeloord (1977), waar hij, na diens overlijden, opvolger werd van de beiaard spelende kapper Henk Held.

Dat zijn faam als beiaardier zich snel verspreidde, had Dirk mede te danken aan de resultaten die hij behaalde tijdens de concoursen in die jaren.
Driemaal achtereen, in 1969, 1970 en 1971, eidigde hij als winnaar van de in het kader van het Holland Festival in Hilversum gehouden Internationale Beiaardconcoursen, daarmee tevens de wisselprijs van de gemeente Hilversum in de wacht slepend.

Op een zonnige namiddag in april zochten wij Dirk en zijn vrouw Lies op in hun woning aan de Beatrixstraat in Sneek, van waaruit men een prachtig uitzicht heeft op de Martinikerk en in de woonkamer de beiaard noot voor noot kan volgen. Hoewel Friezen de reputatie hebben liever te zwijgen dan te spreken, toonde Dirk zich een vlot en onderhoudend causeur. Niet alleen onze belevenissen in de beiaardwereld, maar ook allerlei herinneringen aan onze geboortestad Sneek, boden volop stof voor een lang en aangenaam gesprek.

Al in zijn eerste jaren als beiaardier vatte Dirk grote bewondering op voor collega's met een verfijnde, expressieve speelstijl zoals Jaap van der Ende, maar zeker ook de jonge Jo Haazen, wiens virtuoze en contrastrijke spel diepe indruk op hem maakte. Minder waardering kon hij opbrengen voor het grovere spel van diens landgenoot, de destijds vooral in Vlaanderen zeer bewonderde Staf Nees.

Bij een terugblik op een 40-jarige beiaardierscarrière blijft uiteraard ook het beiaardrepertoire niet onbesproken. Wie, zoals Dirk, gedurende tientallen jaren talloze marktbespoelingen en concerten gaf, loopt op den duur onvermijdelijk tegen het probleem op dat er voor de beiaard slechts een beperkte hoeveelheid hoogwaardig, oorspronkelijk repertoire beschikbaar is.
Omdat de grote componisten niet voor beiaard hebben geschreven, moet men veelvuldig terugvallen op arrangementen. Toch heeft Dirk een uitgesproken voorkeur voor oorspronkelijke beiaardcomposities, waarbij vooral het beiaardoeuvre van Wim Franken hem altijd bijzonder heeft aangesproken, omdat dit zich goed leent voor interpretatie. Ook werken uit de Vlaamse romantiek speelt Dirk graag, vanwege de mogelijkheden tot expressief spel, dat hij het liefste beoefent op zware beiaarden in gesloten torens.

Wat de marktbespelingen betreft, gaat zijn voorkeur in de eerste plaats uit naar goed in het gehoor liggend repertoire (van Bach tot Beatles). Een beiaardier bespeelt een openbaar instrument en moet het publiek niet willen shockeren met werken, die een leek doen denken dat de beiaardier te diep in het glaasje heeft gekeken. Daarom maakt Dirk voor marktbespelingen graag gebruik van de arrangementen van Leen 't Hart, die hij overigens van betere kwaliteit vindt dan diens beiaardcomposities.

Vele malen is Dirk opgetreden als jurylid bij concoursen, iets wat hij graag doet, en waarbij hij de deelnemers meer beoordeelt op hun muzikaliteit, dan op hun foutjes. Vaak hoor je, aldus Dirk, al na een paar maten of een deelnemer er muzikaal uitspringt, of beter een kantoorbaan kan kiezen. Dikwijls heeft hij zich gestoord aan het feit dat er op concoursen zo weinig oorspronkelijke beiaardwerken werden uitgevoerd. Arrangementen horen in zijn opvatting op een concours niet thuis, zeker niet als de bewerker over onvoldoende theoretische kennis en opleiding beschikt, zoals hij nogal eens moest vaststellen bij volksliedbewerkingen uit de Vlaamse hoek.

Al jarenlang is Dirk een trouw bezoeker van de NKV-vergaderingen en bijeenkomsten, vooral vanwege de contacten met collega's, al worden deze langzamerhand wel minder nu steeds meer van zijn tijdgenoten niet meer actief zijn.
Met veel waardering denkt hij terug aan NKV-bestuurders als Romke de Waard en Bertus de Laat die veel voor de beiaardcultuur en de positie van de beiaardier tot stand hebben gebracht.
Van de jaarvergaderingen herinnert hij zich vooral de bruisende optredens van Romke de Waard, maar ook de in huilbuien eindigende klaagzangen van een vroegere penningmeester.
Zo zorgden jaarvergaderingen vroeger voor heel wat meer vuurwerk dan tegenwoordig, nu lastige discussies met professionele vergadertechnieken in de kiem worden gesmoord.

Sprekend over de huidige generatie beiaardiers, mist hij enigszins de kleurrijke lieden en briljante spelers met een soms zeer "vrije hand van spelen", zoals Jaap van der Ende.
Nu hij zelf met beiaardspelen in wat rustiger vaarwater is terecht gekomen en geen discussies met beiaardcomités meer hoeft te voeren over het spelen van "Koning Voetbal" of "Glaasje op, laat je rijden", is het plezier in het spelen weer volop teruggekeerd. Gevraagd naar zijn toekomstplannen, hoopt hij de twee laatste beiaarden (Sneek en Joure) van zijn vroegere imperium nog vele jaren te mogen bespelen.

Op 1 mei van dit jaar eindigt zijn dienstverband als organist van de Martinikerk, waar hij in 1978 werd benoemd, maar ook na die datum zal men Dirk nog regelmatig achter de speeltafel van het Schnitger-orgel aantreffen, niet alleen als solist maar ook als vaste begeleider van het Martini-jongenskoor dat in zijn muzikale bestaan een bijzondere plaats inneemt.

Gedurende zijn 40-jarige loopbaan gaf Dirk Donker ontelbare beiaard- en orgelconcerten, niet alleen in eigen land, maar ook in België, Duitsland, Engeland, Oostenrijk, Canada, de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland en Australië.
In 1993 werd hij wegens zijn verdiensten voor de Franse orgelkunst door de Société Académique Arts, Sciences, Lettres te Parijs onderscheiden met de zilveren medaille.
In eigen land werd hij in 1997 voor zijn werk op het gebied van de muziekcultuur koninklijk onderscheiden in de Orde van Oranje Nassau.

Op maandag 23 juni vindt ter gelegenheid van dit uitzonderlijke jubileum vanaf 19.15 uur op de Martinibeiaard en vanaf 20.00 uur in de Martinikerk een huldigingsconcert plaats, waaraan wordt meegewerkt door het Nederlands Carillon Duo, Domorganist Josef Still uit Trier, het Martini Jongenskoor Sneek en diverse instrumentale solisten. Tijdens dit concert vindt tevens de officiële uitreiking plaats van een dubbel-cd met beiaardopnames van Dirk Donker uit de periode 1967 tot 2002. De toegang is gratis en NKV-leden zijn op deze avond van harte welkom.