PROFIEL: GIDEON BODDEN  Terug

Je weet eerst niet wat je van hem denken moet. Als Gideon Bodden naar voren schrijdt, laat zijn traditionele outfit niet na enige indruk te maken. Het baardje en zijn lichaamstaal doen ouderdom vermoeden en ook zijn manier van spreken klinkt licht archaïsch. Gideons humor lijkt over datum, zijn auto is dat in ieder geval. Een lichte verstrooidheid vraagt beheerst om wat aandacht. Alles duidt op een wandelend brok geschiedenis, gekleed in het tenue van zijn grootvader.


Henk Lemckert _________________________________________________________
Pas op het moment dat Gideon je in de ogen kijkt, verraadt hij zich. Zijn priemende maar tegelijkertijd lachende ogen passen niet bij de tijd die hij oproept en zijn CV weerspreekt zijn uiterlijk want Gideons ambities zijn wel degelijk gericht op de toekomst. Het moet daarom interessant zijn te vernemen hoe het fenomeen Bodden in deze wereld staat. Laten we daarom eens aan deze vermomde negentiende-eeuwer gaan vragen hoe het hem bevalt om in de eenentwintigste eeuw beiaardier te zijn.

Zoals gezegd, enige pose is onze gastheer niet vreemd. Uit de opmerking in zijn CV dat hij niet geboren maar teweeggebracht zou zijn, blijkt zijn voorliefde om te dollen met de Nederlandse taal. Reeds tijdens zijn studie wist Gideon indruk te maken, niet in het minst vanwege zijn schitterend spel, al werd zoiets nooit hardop gezegd.

De voorsprong die hij als knaap reeds opdeed, heeft hij altijd behouden. Zoals alle belangrijke mensen kan hij het zich dan ook permitteren om de schrijver van dit stukje wat later van de trein te halen dan eigenlijk afgesproken was. Volkomen ontspannen koersen we daarna dwars door de Zuid-Hollandse velden naar de zilverstad Schoonhoven alwaar een speelbeurt moet worden waargenomen.

Als de draden van deze prachtige Van den Gheynbeiaard zijn afgeregeld, klinkt er al snel muziek. Eerst Bach, later Bartok in een subtiele verzameling one-liners, korte stukjes muziek die als een suite worden neergezet. Het lijkt alsof het publiek op de terrasjes de stemmen dempt. Deze muziek is te aardig om overschreeuwd te worden.

Maar goed, er moet ook worden gepraat. Tussen de stukken door vuur ik de vragen op hem af waarop hij behoedzaam antwoordt. Op de vraag of we nu met een beiaardier of met een campanoloog in gesprek zijn, moet lang worden nagedacht. Na enige omtrekkende bewegingen bekent Gideon deze dingen eigenlijk niet los van elkaar te kunnen zien. De magie van de klokken heeft hem zodanig in zijn greep dat hij de oorsprong van de klank niet van het beiaardspelen wenst te scheiden, net zo min als dat hij de toren waarin de beiaard hangt, los wil koppelen van het carillonspel. 'Het wonder van de klokken begint voor mij al met het zien staan van de toren. Het beklimmen van de toren en het spelen zelf zijn gewoon onderdelen van dat wonder' biecht Gideon op. 'De inspiratie die eeuwenoude torens uitstralen, met alle geschiedenis daaraan verbonden, draagt bij aan mijn motivatie'. Gideon heeft dan ook niet zoveel met reizende beiaarden of kille betonnen nieuwbouwtorens. 'Altijd als ik daarop moet spelen, moet ik mezelf extra opladen, ik heb grote bewondering voor collega's als Boudewijn Zwart en Frank Steijns die met reizende beiaarden vertrouwd zijn en daar prachtig op spelen'.'Deze instrumenten dragen ontegenzeggelijk veel bij aan de populariteit van de beiaard, alleen passen ze niet bij de manier waarop ik muziek maak'. Gideon is duidelijk een romanticus die het niet zonder de goddelijke vonk kan stellen.

Het begon allemaal ooit aan de muziekschool van Hilvarenbeek waar een beiaardafdeling was opgericht. De pianoleraar die de twaalfjarige Bodden achter het stokkenklavier pootte, moet een vooruitziende blik hebben gehad want de klokken spreken Gideon aan en binnen korte tijd rijst zijn ster. Beiaardonderwijs wordt daarna genoten in zowel Mechelen als Amersfoort. Ofschoon Gideon als leerling van Bernard Winsemius buiten proporties presteert, wordt de opleiding aan de HKU niet afgemaakt. Aanvaringen met alle inmiddels ontworpen regeltjes aan dat instituut dragen aan deze gang van zaken bij. Los hiervan wordt Gideon niet vrolijk van het niveau waarop men tegenwoordig kan afstuderen. De mogelijkheid om met minder muzikale middelen de benodigde punten voor een masterdiploma te halen, spreekt hem niet zo aan. Zelf positioneerde hij zich liever door deelname aan de belangrijkste beiaardconcoursen. En niet zonder succes. Het lukte hem om op jonge leeftijd in drie jaar tijd evenveel concoursen te winnen. Het begon met München in 1992, daarna volgde het fameuze Fabiola-concours in Mechelen (1993) en tot slot Douai in 1994. Het probleem van dit succes was dat na al deze heldendaden nieuwe uitdagingen niet meer voorhanden waren. Gelukkig lagen er nog veel ambities op het gebied van de campanologie.

Misschien wordt die drang om hiermee bezig te zijn ook wel een beetje veroorzaakt door onvrede. De weinig kritische manier waarop de klankeigenschappen van klokken vaak beoordeeld worden en de gebrekkige inrichting van veel beiaarden zijn er de oorzaak van dat zijn activiteiten zich steeds meer op dit gebied richten. Té vaak vormt de technische architectuur van de beiaard een blokkade bij het musiceren. Misschien wel gedreven door de vele teleurstellingen op dit gebied heeft dat uiteindelijk geleid tot zijn eigen bedrijf: Het Molenpad Expertise, waarbinnen al zijn campanologische arbeid zakelijk is gebundeld en dat zich bezig houdt met restauratie, onderhoud en nieuwbouw van carillons. Alhoewel met name op dit laatste terrein de markt uiterst bescheiden is, hoopt hij dankzij talrijke interessante projecten in Nederland, België en de Verenigde Staten met zijn bedrijf toch door te breken. De formule bestaat eruit dat Het Molenpad de techniek in huis haalt door samenwerking met specialisten van buitenaf. Het streven is niet om zelf dat technische werk te gaan doen maar om verschillende specialismen te bundelen. Vandaar ook de naam want aan het Molenpad (nu hartje Amsterdam) gebeurde in de 17de eeuw iets soortgelijks. De klokkengieters, orgelbouwers, kunstenaars, architecten en beeldhouwers die daar gevestigd waren, maakten gebruik van elkaars specialisme en dat wierp smakelijke vruchten af. Interessante ervaringen met buitenlandse klokkengieters doen vermoeden dat Het Molenpad nog wel eens een serieuze speler in het klokkenspeltoernooi kan worden. Het kleine, maar o zo boeiend ingerichte carillon in Garderen versterkt de hoop dat we van Het Molenpad nog wel meer zullen horen.

Ieder die wel eens met Gideon ge-e-maild heeft, weet dat zijn schrijfsels vaak tijdstippen dragen die behoren bij het holst van de nacht. Slaap lijkt slecht aan hem besteed, kennelijk is hij een ijzersterke man. Dat moet ook wel want behalve dat zijn bespelingen in Oudewater, Hilvarenbeek en Amsterdam (in die laatste plaats drie verschillende torens op elke zaterdag) ongetwijfeld de nodige energie zullen opeisen, houdt hij zich graag bezig met het bewerken én spelen van complexe eigentijdse beiaardwerken. Deze tijdvretende arbeid is er vaak de oorzaak van dat hij weer in het buitenland wordt uitgenodigd. Gideons website vermeldt uitvoerig de waardering die hem in Amerika en Canada ten deel valt. Toch zijn dat niet de landen waar hij zijn leven zou willen doorbrengen want dat zou hem té ver voeren van François en Pieter Hemony en de daarop gestoelde en door hem zo geliefde beiaardcultuur in de Lage Landen.

Als we na de koffie en de door Het Molenpad Expertise aangeboden Schoonhovense uitsmijter, de terugreis bespreekbaar willen maken, beseffen we te doen gehad te hebben met een man van wie waarschijnlijk géén kopieën rondlopen.

Gideon Bodden, de zeer getalenteerde speler, vormt een merkwaardig duo met zijn campanologische evenknie, de man die op zijn website 1238 klokken heeft geïnventariseerd. De man die ook de handschoen durft op te nemen tegen alle instellingen waaraan nog wat te verbeteren valt. Zoiets getuigt van een creatieve en moedige mentaliteit. In dit op specialisatie gerichte tijdsgewricht valt zo'n duizendpoot nogal op. Wij hopen dat Gideon dat vooral blijft doen. Het zijn overigens niet de slechtsten in wiens gezelschap hij verkeert. Was Jef Denijn ook niet de man die naast zijn beiaardierschap uiteindelijk naam maakte door het op zijn kop zetten van de toenmalige systematiek van beiaardinrichting?

Wij wensen Gideon Bodden, samen met zijn Molenpad, minstens evenveel succes als deze illustere Vlaming. Misschien wordt er nog wel eens een beiaardschool naar hem vernoemd.