BOXTEL — Een paar jaar geleden luisterde en keek ik in de Nieuwe Kerk in Amsterdam naar een orgelbespeling door een jonge organist. Op een groot scherm in de kerk waren de verrichtingen van de organist te volgen. Zonder hulp van registranten of bladomslaanders werkte hij moeiteloos zijn programma af. Het grote ‘noordelijke’ orgel leek voor de ‘zuidelijke’ organist geen obstakels te hebben. Deze keer een gesprek via zoom met de organist van toen èn de beiaardier van nu: Tommy van Doorn.

Tommy, je bent inmiddels beiaardier op drie flinke beiaarden en organist op een prachtig Smits-orgel in Boxtel. Voel jij je een organist die ook beiaard speelt, of andersom?

Nee, ik voel mij ‘precies half doormidden’ en ik ben in een bevoorrechte positie met de beiaarden van Boxtel, Schijndel en Geldrop. Het zijn banen waarbij ik niet in loondienst ben van een gemeente, maar waar ik werk voor een stichting of een werkgroep. Deze instellingen worden deels gesubsidieerd door de gemeente, zo gaat dat vaak in kleinere gemeentes. Ook als organist en orgeldocent werk ik als ZZP’er.

Kùn je nog lesgeven in deze coronatijd?

Alleen het lesgeven op de muziekschool in Helmond is gestopt want het gebouw is gesloten. Online lesgeven is een optie waar niet iedere cursist gebruik van wil maken. De privélessen in de basiliek in Boxtel gaan wel gewoon door, daar kunnen de maatregelen goed opgevolgd worden.

Zoals de meeste beiaardiers heb ik tussen de klokken geen last van de crisis, integendeel, we staan als beiaardiers zelfs meer in de spotlights. Je merkt aan de reacties van de mensen dat de betrokkenheid bij de beiaard een stuk groter is.

Maak je in programma’s voor concerten keuzes uit bepaalde stijlen?

Ik probeer me breed te oriënteren. Op beiaard speel ik graag barokmuziek of muziek uit de klassieke tijd, maar ook het moderne werk interesseert mij. Tijdens mijn studie was ik erg gecharmeerd van de romantische muziek, maar het gaat bij mij eerlijk gezegd een beetje bij vlagen; periodes waarin ik me meer toeleg op een bepaalde stijl. Op orgel speel ik vaak muziek uit de Frans-Romantische hoek. Momenteel verdiep ik me ook weer meer in de Duitse literatuur. Op concertprogramma’s probeer ik wel een idee of een richting te bedenken; dat kan hem zijn een overkoepelend thema of een stilistische periode.

En de modernen? Je speelde orgel bij een koor van Daan Manneke.

Ja, en bij Daan Manneke is ook het beiaardverhaal begonnen. Ik studeerde orgel in Tilburg en ik was me aan het verdiepen in Franse drukwindharmoniums. Daar had ik me een beetje op toegelegd. Daan Manneke had een koor, Cappella Breda, en hij schreef regelmatig koorstukken met harmoniumbegeleiding. Als student mocht ik daarbij optreden, vooral tijdens het laatste jaar voor mijn examen. De voorzitter van dat koor was Jacques Maassen (de toenmalige directeur van de beiaardschool in Amersfoort) en die zei op een gegeven moment tegen mij: ‘Tommy, je speelt nou wel leuk orgel, maar jij moet ook eens nadenken over de beiaard!’ Nou hadden klokken voor mij altijd al wel iets fascinerends. Via Daan Manneke en Jacques Maassen kwam de beiaard voor mij meer en meer in de belangstelling. Echter toen ik eindelijk al mijn moed verzameld had om een proefles bij Jacques te nemen was hij net overleden…

De beiaardambitie belandde in de koelkast en ik dacht: dat komt later nog wel eens.

Na mijn orgelexamen ben ik muziekwetenschap in Utrecht gaan studeren. Toen later in Boxtel de beiaard werd gerenoveerd kwamen ze weer bij mij met de vraag: is dat niet iets voor jou? Ik dacht: nu pak ik de kans en ga ik in Amersfoort de beiaardopleiding doen. En daar heb ik geen moment spijt van gehad!

En het drukwindharmonium?

Er zijn in Nederland meer organisten die zich daar mee bezighouden, Ad van Sleuwen heeft mij tijdens mijn studie in Tilburg op dat spoor gezet. Het drukwindharmonium is een Frans saloninstrument. Ik hou me graag bezig met de Franse Romantische muziek en dan komt het harmonium al gauw om de hoek kijken. Bovendien houd ik wel van niet alledaagse instrumenten. Dit instrument sluit op een bepaalde manier ook aan bij de beiaard; je kun er heel direct dynamische verschillen mee maken.

Heeft het spelen op één instrument invloed op het spel op een ander instrument?

Ja. Je gaat dingen anders horen, zeker op een orgel dat in beginsel vrij statisch kan zijn. Je gaat er anders door spelen. Ik heb altijd al veel interesse gehad in uitvoeringspraktijk en historische bronnen. Voordat ik aan muziekwetenschap begon zocht ik nog naar een aanpak waarin mijn interesse daarin zich niet ging vertalen in starre “regeltjes”. Sinds ik beiaard speel probeer ik muziek maken “ vrijer” te benaderen en het “musiceren an sich” meer op de voorgrond te laten treden. Dat  is iets dat ik verder hoop te ontwikkelen. Ik leerde dat er ook in de muziekwetenschap stromingen zijn die je leren om anders te kijken naar historische bronnen. We kunnen immers niet van alles weten hoe het echt geweest is. Het is uiteindelijk zaak om bij jezelf te blijven als musicus in het hier en nu. Ik vind de balans tussen enerzijds het praktische ambacht van de musicus en anderzijds de blik van de musicoloog, interessant.

Je bent al vroeg begonnen met pianoles. Speel je nog piano?

Op het conservatorium was het een bijvak, en bij het begeleiden van koren zit je al gauw achter een piano. Ik luister erg graag naar pianomuziek maar ik treed er zelf niet mee naar buiten als uitvoerder. 

Ik kom niet echt uit een muzikale familie, ben niet klassiek geschoold. Bij ons thuis werd vooral popmuziek uit de jaren 60/70 gedraaid. Als beiaardier speel ik graag alle genres door elkaar en daar ben ik een groot voorstander van. Bij beiaard komt dat alles op een natuurlijke manier bij elkaar, zonder tussenschotjes. Vanmorgen zat ik op de toren van Boxtel te spelen: Van den Gheyn kwam langs, evenals Händel en popmuziek.  Voor de wekelijkse beiaardquiz op Radio 3FM speelde ik een opname in van een Top 40-hit*). Vanmiddag heb ik op orgel zitten studeren uit de Leipziger Choräle van Bach en nu net luisterde ik naar een liederencyclus van Mahler. De muzikale variëteit, die je door dit werk op een dag binnenkrijgt, bevalt me goed.

Heb je hobby’s?

Als ik niet met muziek bezig ben houdt de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog in Noord-Frankrijk mij bezig, met name in de noordoostelijke regio’s (Verdun, Argonne en Vogezen). Ik kom er al van jongs af aan; vanaf mijn 13e jaar groeide er een diepgaande belangstelling voor dat onderwerp. Elk jaar breng ik wel een paar weken en weekenden in die streek door om de voormalige slagvelden te bezoeken en restanten uit die tijd te fotograferen. De meeste mannen, die daar gesneuveld zijn, waren jonger dan ik nu ben. En het is nog maar 100 jaar geleden… Het is een serieus onderwerp, maar je leert er wel door te relativeren. Bovendien ben je bij de slagveldbezoeken de hele dag buiten in de vrije natuur, zonder dat je iemand tegenkomt. Daar houd ik wel van; de stilte van die verlaten slagvelden is een mooie tegenhanger van de dagelijkse muziekpraktijk.

Dick Klomp